Vakantie in Aalden

De afgelopen twee weken hadden we vakantie. En waar voor een groot deel van Nederland de vakantieplannen omgegooid moesten worden door corona, konden onze plannen ongewijzigd doorgaan: vakantie in eigen dorp. Ons plan: een lijstje klussen af werken en dat af wisselen met de omgeving verkennen met mooie wandelingen en fietstochten.

Inmiddels was het ontwerp van de tuinarchitect binnen, dus project nr. 1 was het aanpakken van de oprit. Regelmatig parkeren er namelijk auto’s op ons terrein van onoplettende toeristen die ons erf aanzien voor openbare parkeerplaats. De reactie van een meneer die we er op aanspraken dat hij op ons erf stond: ‘Maar er staat nergens een bordje dat het privé-terrein is’. Tsja… Hoewel we van verschillende kanten al mooie oplossingen aangedragen hebben gekregen (parkeermeter neerzetten, bordje ‘hier waak ik’, groot hek plaatsen), voelen we toch meer voor de optie van de tuinarchitect: de enorme stenen vlakte eruit en een karrenspoor richting een klein parkeerplaatsje naast het huis.

Het hele karrenspoor moet uiteindelijk zo’n 30 meter worden, maar om het werk een beetje behapbaar te houden, besloten we te beginnen met de eerste 6 meter. Plan: betonklinkers eruit, schoonmaken en op hun kant terug plaatsen in 2 stroken met daartussen een strook gras. De eerste dagen van de vakantie schoten we mooi op, maar toen begon de hittegolf. Om de vakantie wel een beetje leuk te houden, besloten we het projectje oprit maar even uit te stellen. Inmiddels ligt er één baan in. Het is nog lang niet klaar, maar het eerste doel is wel behaald: er parkeren geen toeristen meer op ons erf!

De grote stenen vlakte heeft ook een ander nadeel: als er een stortbui is, verandert de hele oprit in een kolkende rivier die rechtstreeks naar de onderschoer leidt. Dat heeft de afgelopen week 2x tot (een centimeter of 15) water op de deel geleid. Inmiddels hebben we dwars over de oprit een strook bestrating er uitgehaald en een geul richting een diep gat gegraven. En we hebben twee oude pompen van onze ouders (één van elk) gekregen, dus waarschijnlijk kunnen we voorlopig de strijd tegen het wassende water wel aan. In ieder geval tot we de stenenvlakte er uit hebben.

Gelukkig hadden we ook in huis, waar het lekker koel bleef, nog wel wat te doen. We hebben namelijk nog een hoop spullen die in Oudleusen op zolder stonden, waar we hier nog niet echt plek voor hadden. Op zich kunnen ze nu prima boven staan, maar als we dan gaan verbouwen, moeten we er alsnog een andere plek voor vinden. Gelukkig hebben we ruimte genoeg, dus hebben we bedacht om een deel van het oude tanklokaal om te toveren tot opslaghok. Dus wandje ervoor, groot lomp betonnen blok eruit gesloopt, stellingkasten erin en klaar!

En dan was daar nog vakantieproject nr 3: een kippenhok maken. Hiervoor werden er hulptroepen uit Heerde ingevlogen. Samen met zijn vader is Elmer twee dagen op de deel aan het zagen en timmeren geweest. Hij is nog niet helemaal af, maar onze kippen gaan straks een hele mooie villa krijgen!

Naast de klusprojectjes, hebben we ook weer een stap gezet voor de daadwerkelijke verbouwing. In onze vakantie hadden we namelijk een afspraak met Eelco. Onthoudt die naam, want die gaat vast vaker voorbij komen. Eelco is een adviseur die gespecialiseerd is in bouwvergunningen en subsidieaanvragen voor monumenten. We hebben hem onze boerderij laten zien en onze plannen verteld. Het was ons al heel snel duidelijk dat Eelco een stuk meer verstand heeft van monumentale panden dan de mensen van de gemeente en monumentencommissie die we over de vloer gehad hebben. Hij wist ons een hele hoop te vertellen over de methoden en materialen die gebruikt zijn bij de constructie van onze boerderij. Zo wees hij ons onder andere op de telmerken die aangebracht zijn op de gebinten van de schaapskooi. Ieder gebint heeft inkervingen, die aangeven welke balken bij elkaar horen. Door het aanbrengen van deze telmerken was het mogelijk om alle verbindingen van een gebint op de werkplaats van de timmerman te maken en na vervoer de gebinten passend in elkaar te zetten. Maar soms werden deze telmerken ook pas later aangebracht, als de gebinten in een ander gebouw hergebruikt werden. Door het aanbrengen van de telmerken, konden de gebinten op een andere plaats weer op de juiste manier opgebouwd worden. Eelco vermoedde dat dit laatste het geval was bij onze schaapskooi, omdat niet alle gebinten een telmerk hebben. Aan deze inkervingen is ook iets af te leiden over de leeftijd van de gebinten. Eerst werden deze inkervingen met een mesje gedaan, later werd hier een guts voor gebruikt. Omdat de inkepingen in onze gebinten met een mesje zijn ingekerfd, zijn deze er waarschijnlijk rond 1600 al in aangebracht. Hoe gaaf is dat?!

De gemeente had aangegeven dat we een bouwhistorisch onderzoek moeten laten uitvoeren om onze plannen te onderbouwen. Eelco gaf echter aan dat deze onderzoeken eigenlijk vooral voor het vermaak van de betreffende ambtenaren zijn. Ze kosten een hoop geld (een beetje bouwhistorisch onderzoek kost zo’n 3000 euro), maar uiteindelijk belanden ze in een lade en wordt er niks mee gedaan. Dus hij stelde voor om eerst te beginnen met een ‘destructief onderzoek’. Dat klinkt heftiger dan het is (hopen we!). In het woonhuis zijn namelijk alle gebinten en muren weggewerkt. Er is dus op dit moment niet veel te zeggen over hoe de constructie in elkaar zit en welke muren origineel zijn. Door op sommige plekken de boel open te halen, hopen we te kunnen achterhalen wat er nog echt van monumentale waarde is aan de binnenkant van ons huis.

Overigens hebben we ook gewoon heel erg genoten van onze vakantie en ons fijne plekje!